Gerrit Jacobsz Snijder
Gerrit Jacobsz Snijder,
geb. in 1695 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 27-10-1702 te Huijsen; Oud: 7 jaar; Vader Mennist en overleden,
Coopman en Reeder,
ovl. op 26-04-1759 te Huijsen,
begr. op 26-04-1759 te Huijsen; Impost f 30,-,
, -
GERRIT JACOBSZ SNIJDER
Huizen Koptienden (1715-40 1760-34):
1715-40: v. Gerbert Willemsz 2 Spt 3 cop
- v. Jan Jansz Jonge 5 cop
- Situatie: 3 Spt
1723-40: v. Gerrit Jacobsz 5 cop 1/4
- Situatie: 3 Spt 5 cop 1/4
1724-40: v. Gerbert Willemsz bij deling 4 Spt
- v. Lambert Killewigh 4 cop 3/8
t/m 1726-40: Situatie: 8 Spt 1 cop 5/8
1727-40: ER STAAT: 8 Spt 1 cop 3/8
1728-40: v. IJsaack Willemsz Spilt
- in compagnie Gerrit Jacobsz Snijder 7 cop 3/4
- Situatie: 9 Spt 1 cop 1/8
1730-40: v. Jan Lambertsz Prins 2 cop
- Situatie: 9 Spt 3 cop 1/8
1734-40: bij erfenis v. Jan Jansz Jonge 4 Spt 7 cop 1/4
- Situatie: 14 Spt 2 cop 3/8
1738-40: v. Jacob Wijchertsz Backer 1 cop 1/2
- v. Klaas Tijmen Klaas 1 cop 1/2
- v. Jan Jansz Boer 1 cop
- (= zoon van Jan Willemsz Boer)
- Situatie: 14 Spt 6 cop 3/8
1739-40: v. Jacob Wijgertsz 1/2
- v. Tijmen Hendricksz Velsen 2 cop
- Situatie: 15 Spt 7/8
1740-40: v. Rijck Hendricksz Kruijmert? 1 cop 3/4
- v. Hendrick Goossensz Net 1 cop 1/4
- Situatie: 15 Spt 3 cop 7/8
1741-40: v. Aart Cornelis Aertsz 1 cop
- v. Dirck Tijmensz Cos 1 cop 1/2
-- Situatie: 15 Spt 6 cop 3/8
1742-40: v. Lambert Lambertsz El: Prins 2 cop
- v. Jacob Harmensz Schram 1 cop 1/2
t/m 1748-40: Situatie: 16 Spt 1 cop 7/8
- Verkregen van onbekende 1 cop 11/16
1749-40: Situatie: 16 Spt 3 cop 9/16
- Verkregen van onbekende 1 kop
1750-40: Situatie: 16 Spt 4 cop 9/16
1751-33: v. Willem Dircksz den Ouden 3/8
- v. Jan Lambertsz Prins de Oude 3/4
- v. Jan Lambertsz Prinds de Jonge 1 cop 1/4
1652-34: Situatie: 16 Spt 6 cop 15/16
1753-34: v. Gijsbert (Gerbertsz) Rebel 6 cop 1/2
- Situatie: 17 Spt 5 cop 7/16
1754-34: v. Jan Aartsz vos 1 cop
- v. Pieter Zijmensz 3 cop 1/2
- v. Antonij Killewig 1 cop 1/2
- Situatie: 18 Spt 3 cop 7/16
1755-34: v. Lambert Tijmensz (Volckersz) 3 cop
t/m 1756-34: Situatie: 18 Spt 6 cop 7/16
-1756-35: v. Mijns Klaassen 3 cop 3/4
1758-34: Situatie: 19 Spt 2 cop 3/16
1760-34: bij erfenis op zijn dochter:
- op Magteltje Gerritz Snijder 19 Spt 2 cop 3/16
-
IJSAAK WILLEMSZ SPILT en GERRIT JACOBSZ SNIJDER IN COMPAGNIE
Huizen Koptienden (1723-37 1728-37):
1723-37: v. Hendrick Goossen Net 1 cop 1/2
- v. Dirck Pietersz Faassen 3 cop 5/8
- v. Gerbert Willemsz 4 cop 1/2
- v. Isaak (Willemsz) Spilt 3 cop 1/8
Situatie: 1 Spt 4 cop 3/4
1724-37: v. Claes Willemsz Boer 5 cop 5/8
- Situatie: 2 Spt 2 cop 3/8
1725-37: op Aart Tiedeman 3 cop
- Situatie: 1 Spt 7 cop 3/8
1728-37: op Gerrit Jacobsz Snijder 7 cop 3/4
- op IJsaack Willemsz Spilt 7 cop 5/8
-
Huizen-DTB-1A-Dopen; 27-10-1702: Gerrit out 7 jaren, v. Jacob Gerritsen (overleden, was Mennist), m. Machteltien Hendricks (Ger.)
-
ORA-184-3176; 25-05-1703: Akte van bewijs. Maghteltje Hendricks weduwe van wijlen Jacob Gerritsz Snijder ter eenre & Adriaen de Man, Pieter Gerritsz (Snijder) en Cornelis Willemsz (Evertsz) als voogden over het nagelaten kind genaamt Gerrit
Jacobs ter andere sijde; zijn overeengekomen: f 2.000 en diverse stukken land
-
ONA-3722A020; 23-07-1708: Testament Maghteltje Hendrickzs huijsvrouw van Gerbert Willemsz wonende tot Huijsen. Tot haar enige en universele erfgenamen benoemt zij haar twee kinderen, n.l. Gerrit Jacobsz en Nelletie Gerberts . Tot voogden over
haar minderjarige kinderen benoemt zij haar man Gerbert Willemsz en Gerbert Cornelisz Rebel. In presente van Fijtus Elbertsz Smit en Willem Jansz Ramacker
-
ORA-184-3216A017; 04-05-1714: Huwelijckscontract tusschen Gerrit Jacobsz jonghman toecomende bruijdegom geassisteert met Maghteltje Hendricks weduwe van Jacob Gerritsz Snijder sijn moeder mitsgaders Pieter Gerristz Snijder en Lambert Killewigh
schout, sijn vooghden ter eenre, en Jannetje Jans Jonge doghter toecomende bruijd geassisteert met haer vader Jan Jansz Jonge regerende buijrmeester alhier ter andere sijde. Inbreng bruijdegom: stukken land, f 2.000 en een obligate van f 150
t.l.v. Gerbert Willemsz; de bruijd brengt in: een huijs, stukken land, een lijfrente brief van f 500, twee obligaties van elk f 500 t.l.v. 't gemene land en f 1.300
-
Huizen-DTB-12-Impost op Trouwen; 06-05-1714; Gerrit Jacobsz en Jannetje Jans; f 12,-
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 06-05-1714; Gerrit Jacobs j.m. met Jannetje Jans de Jonge j.d. beijde van Huijsen
-
ORA-3216A022; 24-05-1714: Acte van bewijs. Maghteltje Hendricks laest weduwe van Gerbert Willemsz bewijst t.b.v. van hun kind genaemd Nelletje Gerberts, i.v.m. de wens van 1e comparant van een nieuw huwelijk, komt overeen met de voogden Claes
Willemsz Boer en Claes Lucasz Swart:
- Eerstelijk dat haer voorn. kind Nelletje Gerberts door 't afsterven van haer grootvader Willem Evertsz: veel land en f 1.461; nog eens veel land en f 3.258 en opvoeding. En aen haer voorsoon Gerrit Jacobsz bij sijn huwelijk enz.
-
Huizen-DTB-1A-Dopen;
-- 10-10-1715: Gerritje, Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
--16-10-1718: Jacob; Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
-
ORA-184-3177; 13-12-1715: Over de nagelaten kinderen van Gerrit Hendricksz Snijder geteelt bij Elbertje Tijmensz werden tot voogden gestelt Ysack Willemsz Spil en Gerrit Jacobsz Snijder
-
ORA-184-3177; 05-06-1722: Aan de Ed: Agtbare Geregte des dorps Huijzen
Geven met behoorlijk respect te kennen de onderges crediteuren van Lambert Killewig, dat de gem: Killewig zig uijt desen dorpe Huijsen, met sijn vrouw, en huijsgezin heeft geritereert, met hem nemende genoegsaam alle zijne doederen, en is gaan
wonen binnen de Stad Vianen en dewijle denselve Killewig zig heeft gedeclareerd sijn boedel en goederen die door hem nog zijn overgelaten ten behoeve van zijn crediteuren te abandonneren, en dat het oversulx van de uijtterste noodsaekelijkheijt
zal zijn dat imand werde gequalificeert tot redding van de voorz overgelaten goederen met magt omme dezelve re gelde te maken, soo keeren de Supplianten henlieden tot Uw Ed Agtb: versoekende dat Uw Ed: Agtb tot het geene voorz is, gelieve aan
te stellen Jacob Tijmensz, Ysaak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder met de magt om de de onroerende goederen soo van huijzen, Landerijen, Lijffpagt, mitsgaders de verdere goederen te verkopen, transporterenende over te dragen, en de vorderlijke
inschulden te ontfangen, en daar van quitantie te geven, en voorts met sodanige magt als deselve ter verrigtinge en uijtvoeringe van de voorz Commissie sullen nodig hebben, en haar daar van te verlenen acte in forma (onderstont) dit doende @
(was getekent) enz.
-
ORA-184-3198A284; 20-11-1722: Poulus Tiedeman, Jacob Tijmensz en IJsak Willemsz Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder alle aangesteld als curateurs van de solvente boedel van Lambert Killewigh volgens de acte van 05-06-1722, verkochten aan Gijsbert
Tijmensz eerstelijk 1 / schepel land gelegen boven in het Langeweijn belendende Jannetje Wit ten zuiden en Dirk Pietersz te noorden alsmede 5 schepel land genaamd Brouwer gelegen aan de Laarderweg belendende Jacob Wijchertsz ten oosten voor f
261:10:-
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 07-07-1723: aangenomen op Belijdenis: Gerrit Jacobsz Snijer en Jannetje Jans de Jong; echteluijden
-
ORA-184-3217A020; 07-04-1724: Gerrit (Swaningh) Vos weduwenaar van wijlen Maghteltje Hendriks, wonende alhier, te kennen gevende dat hij gedurende zijn huwelijk heeft genegotieert in kaars garen en kattoen garen, seijlrollen als andersints met
diverse personen soo binnen de Stad Amsterdam als andere plaatsen, verklaarde dat alle nog te innen penningen uijt voorn negotie geheel competeren aan Gerrit Jacobsz Snijder mitsgaders Claas Willemsz Boer en Claas de Swart beijde voogden over
Nelletje Gerberts, welke Nelletje Gerberts en de voorn: Gerrit Jacobsz Snijder, dogter en soon en universele erfgenamen sijnde van wijlen Magteltje Hendriks
-
ORA-184-3177; 16-06-1724: Tot voogden over de minderjarige kinderen van Annetje Meijnsz geprocreeert bij Gerbert Jansz Backer, gestelt Aart Geeritsz Coppen, en Gerrit Jacobsz Snijder
-
ORA-184-3231; 25-04-1727: Compareerden voor Hendrik van Weerland, schout mitsgaders Gerrit Jacobsz Snijder, en Cornelis Wijgertsz Backer schepenen in Huijsen, Cornelis Hendricksz de Kapper, en bekende schuldig te wesen aan Willem Willemsz Doorn
een som van f 150; als borg een huijs met erf gelegen binnen dese dorpe, belent Jan Vergoes ten westen en Hendrik Claas Herder ten suijden
Betaald door/aan Lambert Huijbertsen
-
ONA-3731A009; 11-06-1728: Procuratie Gerritje Cornelis weduwe van Jan Jansz Jonge in leven Coopman en reeder alhier, maakt machtig Gerrit Jacobsz Snijder, Coopman en reeder mede woonagtig alhier om de penningen te ontvange voor huijshuijr,
landhuijr, inetresten van obligaties. Gepasseert in Huijsen in presente van Hendrick Gerrit Louwe en Jacob Albertsz
-
ORA-184-3178; 29-04-1729: Aart Gerritsz Coppen en Gerrit Jacobsz Snijder in qualt als voogdenover de minderjarige nagelaten kinderen van Annetje Meijns in huwelijk verwekt bij Gerbert Jansz Bakker geauthoriseert omme gedurende de
minderjarigheijt van deselve kinderen, aan de voorn. Gerbert Jansz Bakker tot beter alimentatie van sijn voorn kinderen voortaan Jaarlijks uijt te keeren de intereste en vrugte van de goederen welke aan de meervoornoemde kinderen sijn opgekomen
door 't overlijden van Teuntje Hendriks in Leven huijsvrouw van Cornelis Aartsz en t'geene de voorn: voogden albereijds en zedert enige tijd weegens de voorz vrugte aan de gemelde Gerbert Jansz Bakker hebben uijtgekeert, verklaare haar Agtb:
goed te keuren en te approberen
-
ONA-3731A095; 21-09-1731: Testament Gerritje Cornelis weduwe van en boedelhoudster van wijlen Jan Jansz Jonge in leven Buijrmeester van den dorpe Huijsen, wonende tot Huijsen, institueert tot enige erfgenaam haar enige dochter en kind verwekt
bij haar overleden man Jan Jansz Jonge, genaamt Jannetje Jans de Jonge getrouwt met Gerrit Jacobsz Snijder. Getuigen Hendrik Gerrit Louwen en Jacob Albertsz
-
ORA-184-3178; 10-10-1732: Akte van bewijs. eerstelijk Bijtje Gerrits weduwe van wijlen IJsak Volkersz ter eenre, en Gerrit Jacobsz Snijder en Gerrit Willemsz als voogden over het minderjarige nagelaten kinderen, alle wonende Huijsen, zijn
overeengekomen: f 100 en opvoeding
-
ORA-184-3200A016; 27-03-1733: Huijbert Adriaansz Kleijn veerschipper van Huijsen op Amsterdam verklaart schuldig te zijn aan Gerrit Jacobsz Snijder oud-buurmr. van Huijsen een som van f 1.200 en belooft deze in 12 jaar terug te betalen daarvoor
verbindende zijn nieuw uitgebracht schip lang over steven 58? voeten en wijt over zijn uijtwatering 15 voeten, met al zijn zijlen en gereedschappen daartoe recent behorende en namaals bij gevonden werdende, zijnde 't voornoemde schip gemaakt
zijnde door Arij van Os wonende op t' realen eijland tot Amsterdam, bij hem comparant althans in het voorn. veer gebruijkt werdende enz.
Den 21 Junij 1737 heeft Gerrit Jacobsz Snijder verklaart dat hij voor enige tijd geleden van Huijbert Adriaansz Kleijn in minderinge van de bovenstaande schepenenkennisse te sijne lasten heeft ontvangen een somma van f 300.
En wijders heden uijt hande van curateurs van de geabandonneerde boedel van de voorn Huijbert Adriaansz Kleijn een somma van f 900 met de verloopen intreste tot 12 maart 1737 en over Julie van capitaal en intreste betaald te zijn consenteerende
mitsdien in 't royeere van de voorn. scheepenenkennisse actum bij hem getekend ten dage als boven. (Handt. Gerrit Jansz Snijder)
-
ONA-3732A064; 12-06-1733: Huwelijkse voorwaarden tussen Pieter Claasz Goijer (brengt in f 200,-) weduwnaar van Annetje Hendriks Louwen bruijdegom geassisteert met sijn vader Claas Pietersz Goijers (geeft mede f 300,-) ter eenre, en Gerritje
Claas (brengt in f 50,-) jonge dochter bruijd geassisteert met Ysak Spilt en Gerrit Jacobsz Snijder hare voogden ter andere sijde, alle wonende binnen Huijsen
-
ORA-184-3218A091; 23-06-1733: Hendrik Gerritsz Louwen (62) wonende alhier verklaardeter requisitie van Hendrik van Weerland schout, dat ten tijde dat Gerrit Crijnen Coetsier nog in Leven bevonden en eijgenaar was van het huijs en erve van de
requirant staande binnen dit Dorp, alwaar met haar huijs en erve ten suijden van het voorgemelde gelegen is Gerritje Cornelis nu weduwe van Jan Jansz Jonge, ook ten tijd wanneer Arnoldus Spil eijgenaar en bewoonder was van het gesegde huijs van
de requirant, dat er aan de suijdmuur van het huijs van de requirant altijd een hoenderloop gemaakt van latten was. Op 19-03-1733 door Gerrit Jacobsz Snijder in weerwil van de requirant is afgebroken en weggeslagen.
. in persoon heeft bevonden Jan Jansz Jonge, waarvan de dogter getrouwt is met de voorsz. Gerrit Jacobsz Snijder, en welke Jan Jansz Jonge doenmaals eijgenaar was van het huijs (nu behorende desselfs weduwe) staande ten suijden van het huijs
van de requirant.
Mede compareerden Tijmen van Duijne meester Timmerman en Jan Melsz Boor meester Timmerman
-
ORA-184-3178; 17-09-1734: Akte van bewijs. Eerstelijk Gerbert Jansz Bakker weduwnaar van Annetje Meijns ter eenre, en Gerrit Jacobsz Snijder en Pieter Melz Boor als voogden over Gerrit Gerberds Bakker minderjarige nagelaten soon van wijlen de
voorn Annetje Meijnsz in huwelijk geprocre-eert bij eerste comparant, alvorens een 2e huwelijk aan te gaan, zijn overeengekomen: 1/4 van 4 schepel boulanr met de beijeschans daar in gelegen, leggende boven Anx en Hoogje belent Aart Gerritsz
Coppen ten noorden en Gijsbert Jacobsz Glijn ten suijden, waarvan de overige 3/4 portie het voorn kind selfs is competerende. 1/4 portie in een huijs en erve binnen dese dorpe, belent Cornelis Boes de Jonge ten Noorden en de Weduwe Gerrit
Hendriksz Boom ten suijden, en laastelijk sijn beste seijleweevers getouw
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 370; 09-07-1736: Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje
Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 370; 09-07-1736: Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje
Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710
-
ORA-184-3178; 27-03-1737: Nademaal Huijberts Adriaansz Kleijn veerschipper van hier op Amsterdam, en alhier woonagtig voor schepenen deses dorps Huijsen verklaard heeft sijn boedel te abandonneere ten profijte van sijn Gemeene Crediteuren, soo
hebben schepenen voornoemt tot Curateurs over den voorn insolvente en geabandonneerde boedel van de voorn Huijbert Adriaans Kleijn bij dese gestelt en Gecommitteert Gerrit Jacobsz Snijder en Cornelis Wijgertsz Bakker, inventariseren en
publiekelijk te doen verkopen
-
ORA-184-3200A230; 26-04-1737: Gerrit Jacobsz Snijder en Cornelis Wijchertsz Backer curateurs per acte d.d. 27-03-1737 over de geabandonneerde boedel van Huijbert Adriaansz Kleijn verklaarden verkocht te hebben een huis aan Hendrik Jacobsz
Snijder voor f 760
-
ORA-184-3178; 13-06-1737: Extraordinaire regtdag van preferentie en concurrentie over de geabandonneerde boedel van Huijbert Adriaansz Kleijn. Gerrit Jacobsz Snijder (curateur) eischer CONTRA crediteuren van de boedel. Den Eijscher concludeert
regt van prederentie voor alle Crediteuren op de penningen geprocedeert van het vercogte schip en toebehoren en verdere goederen van de boedel met een Capitaal reste groot f 900,- volgens schepenkennisse alhier op Huijsen op de 27-03-1733
gepasseert, nevens een jaar en 17 dage intrest a f pct daar op tot de 27 maart deses jaar verschenen belopende f 37:10 voor welk Capitaal en intrests het voorn schip en toebehoren speciaal is verbonden
Volgt 10 bladzijden van namen van crediteuren wonende verspreid over Holland en in Huijsen:
-
ORA-184-3179; 22-09-1741: Regtdag over insolvente boedel van Dirk Meeuwis en Marritje Geurtsz
Gerrit Jacobsz Snijder als in huijwelijk hebbende Jannetje Jans de Jonge en in die qualiteit het regt hebbende tot seeckere schepenen kennisse groot per este f 500 ten laste van Dirk Meeuwisz den 19-09-1726 alhier gepasseert
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 80; 23-12-1743: Gerrit Jacobsz Snijder woonagtig tot Huijzen als erfgenaam uijt hoofde van zijn huijsvrouw Jannetje Jans, van zijn schoonmoeder wijlen Gerritje Cornelis in leven weduwe Jan Jansz de Jonge eijsser CONTRA
Pieter Cornelisz Soon gedaagde; betreft betaling van f 1.000,-
-
Huizen-DTB-3B-Trouwen; 03-09-1749: Een betoog verleend aan Gerrit Jacobsz Snijder, wed. van Jannetje Jans de Jonge van Huijsen, met Trijntje van Havik, wed. Barent Benthem van Amsterdam om daar te trouwen
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 22-09-1749 ?; Gerrit Jacobsz Snijder met Trijntje van Herik te Amsterdam; wegens de bruijdegom ontf. f 30,-
-
ORA-184-3220; 23-02-1753: Rekening en verdeling van de boedel van Geertje Cornelis in leeven wed: van Jacob Hendriksz Snijder overleeden binnen deesen dorpe. Blijft te verdelen over f 2213:2:2. Compareerden:
- de sonen Cornelis Jacobsz Snijder, Gerrit Jacobsz Snijder, Tijmen Jacobsz Snijder, Jan Jacobsz Snijder alsmede Jacob Mijns in huwelijk hebbende de dogter Annetje Jacobs Snijder, voorts Willem Arisz Rebel en Andries Brummel als voogden over de
vier (4) minderj. nagelaten kinderen van wijlen de soon Hendrik Jacobsz Snijder in huwelijk verwekt aan Jannetje Jans Prins, en laastelijk Jacob Jansz Prins en Hendrik Klaasz Visser als voogden het minderj. nagelaten kind van wijlen de dogter
Jannetje Jacobs Snijder in huwelijk verwekt door Cornelis Jacobsz Metselaar, En oversulks de eenige en uniiversele erfgenamen van beijde wijlen Jacob Hendriksz Snijder en Geertje Cornelis in leven egtelieden en gewoond hebbende binnen dese
dorpe; ider 1/7 portie
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 26-04-1759: Gerrit Jacobsz Snijder; f 30-.- Vader:
Jacob Gerritsz Snijder, zn. van Gerrit Hendricksz Snijder en Jannetien Jacobs Schouten,
geb. in 1649 te Huijsen,
doopsgezind,
Bejaart vrijer 1e huwelijk;,
ovl. op 17-07-1702 te Huijsen,
begr. op 27-07-1702 te Huijsen; DTB-12-Begraven- Impost: f 3,-,
, -
JACOB GERRITSZ SNIJDER
Huizen Koptienden (1692-69 1710-31):
1692-69: v. Jacob Cornelisz Ceelewigh 7 cop 5/8
1692-39: v. Peter Evertsz 2 cop 7/8
1695-36: v. Claes Petersz Schram 6 cop
1695-69: Situatie: 1 Spt 5 cop 5/8
1697-27: v. Rijck (Pietersz) Molenaer 6 cop 1/4
- Situatie: 2 Spt 3 cop 7/8
1698-47: v. Aeltje Dircks Speelman 6 cop
- Situatie: 3 Spt 1 cop 7/8
1701-47: v. Dirck Anxsz 6 cop
- v. Gerritje Gijsbertsz Joncker 4 cop
- Situatie: 4 Spt 3 cop 7/8
1706-47: v. Sijmon Hendrick Sijmons 3 cop
- uijt het blarkommerboeck
- Situatie: 4 Spt 6 cop 7/8
1710-31: op Gerbert Willemsz 4 Spt 6 cop 7/8
-
ONA-3666A100; 09-10-1674: WILDPLASSEN: Teunis Tijmen Witten (23) en Claes Lambertsz Prins (21) verklaren op verzoek van Jacob Gerritsz Snijer n.a.v. een eerdere discussie met Rutten Gerritsz Velsen ten huize van de schout Pieter de Visscher,
dat zij niet wisten wie omstreeks 14 dagen geleden op de huijser-kermis in een kan gewatert zou hebben enz.
-
ONA-3667A031; 01-02-1676: Jacob Gerritsz Snijer (27) Claes Lambertsz (Prins?) (22). Lubbert Dircksz (21) Lambert Jansz (22) en Pieter Jansz (19) verklaren op verzoek van Lambert Gijsbert Smit dat zij 's morgens in het huis van Lambert
Gijsbertsz Smit hebben de schout Pieter de Visscher hebben horen zeggen lever mij je zoon Tijs Smits dood of levend
-
ONA-3711A033; 08-02-1686: Testament Gerrit Hendricksen Snijer (ziek) woonende binnen den dorpe huijsen benoemt tot erfgenamen van elk een 1/6 part aan Tijmen Gerritsen Verwer de Ouwe, Neeltien Gerrits weduwe van Evert Elbertsen Ruijn; Hendrick
Gerritsen, Jacob Gerritsen, Pieter Gerritsen, en Tijmen Gerritsen de Jonge alle kinderen van hem Testateur; zijn zoon Hendrick Gerritsen Snijder zal uijt krachte deses op zijn kinderen Jacob Hendricksen en Gerritien Hendricksen mitsgaders
soodanigh verdere kinderen als bij deselve Hendrick Gerritsen sijn Testateurs soon, souden mogen werden geprocreeert; getuigen Teunis Hendricksen ende Cristoffel van den Broeck
-
ONA-3712A007; 28-10-1688: Huwelijkse voorwaardeb omme Jacob Gerritsz jongman en Lambertie Lamberts weduwe (heeft winkel) van wijlen Jacob Cornelissz Killewigh
Door bruidegom ingebracht: een huis met erf gecomen van sijn vader saliger; geschat op f 700,-
Door bruijd ingebracht een huijs en erf, het daaron hangende uijtwerck ofte horloge, diverse stukken kand en de winkelwaren die zij tegenwoordig heeft alles begroot op f 700: en nog te ontvange uit uitstaande schulden f 1600; getuigen Cornelis
Jacobsz Snijer en Cornelis Willemsz Koman
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1691: Ondereijnde van het Dorp; Jacob Gerritsz en huisvrouw Lambertien Lamberts (overleden 19-02-1692)
-
ONA-3713A011; 21-05-1691: Testament Jacob Gerritsz en Lambertje Lambertsz echteluijden wonende tot huijsen, tevens gedeeltelijke herziening van huwelijkse voorwaarden; veel geld.(f 1600) en land; komenijs Winckel met toebehoren
Lambertien Lamberts benoemt tot haar erfgenamen haar 2 zonen Killewigh Jacobsz en Lambert Jacobsz ofte derselver descendenten; getuigen Wijchgert Jacobsz en Claes Jacobsz Jonger
-
ORA-184-3194A147; 20-05-1695: transport aan Gijsbert Tijmens van zeker huis en erf staande en gelegen in Huijsen naast Rijck Jansz Velsen ten suijden, hendrick Willemsz Boom ten noorden, gekocht voor f 506:6:- van Jacob Gerritsz Snijder
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 26-06-1701: aangenomen op Belijdenis Machteltien Hendricks (huijsvr, Jacob Gerritsz, MENNIST)
-
ONA-3718A062; 25-11-1701: Hendrick Jacobsz Vos weduwnaar van Grietie Claas ter eenre, en Hendrick Lambertsz Visser, Willem Dircksz en Aart Jacobsz Vos alle wonende binnen Huijsen, oomen en bloedvoogden van Claas Hendricksz Vos, Emmetien en
Maghteltien Hendricks Vos kinderen van Hendrick Jacobsz Vos en Grietie Claas ; getuigen Jacob Gerritsz Snijder en Joost Jansz Westland
-
ORA-184-3175; 10-11-1702: Tot voogden over 't weeskind van Jacob Gerritsz Snijder wert gestelt Arent Zijbrantsz Man, Cornelis Willem Evertsz en Pieter Gerritsz Snijder
-
ORA-184-3196A157; 11-05-1703: Lijsbet Jacobs weduwe van wijlen Cornelis Jacobs Snijder, Abram Harmensz, Pieter Gerritsz Snijder, Neeltje Gerritsz, Tijmen Jansz (de Oude ?), Jacob Hendricksz Snijder, Wijgert Willemsz Plaisier, Claas Willemsz
Boer als voogden over de kinderen van Tijmen Gerritsz Jong, Adriaan Man, Cornelis Willem Evertsz als voogden over het weeskind van Jacob Gerritsz Snijder te samen erfgenamen van Tijmen Gerritsz Verwer verkochten aan Cornelis Jacobsz zeker huis
voor f 79
-
ORA-184-3176; 25-05-1703: Akte van bewijs. Maghteltje Hendricks weduwe van wijlen Jacob Gerritsz Snijder ter eenre & Adriaen de Man, Pieter Gerritsz (Snijder) en Cornelis Willemsz (Evertsz) als voogden over het nagelaten kind genaamt Gerrit
Jacobs ter andere sijde; zijn overeengekomen: f 2.000 en diverse stukken land
-
ORA-184-3184A094; 07-05-1706: Schepenen versoght bij Bruijn de Jongh cum focus Impostmr van de boter over Naerden en Goijlandt van de lopende termijn, verclaren wel te kennen Maghtelt Hendricks eertijds weduwe van Jacob Gerritsz Snijder en
alsnu huijsvrouw van Gerbert Willemsz, en datte selve Maghtelt Hendricks ten tijde van haer voorsz eerste huwelijck winckel neringe heeft gedaen, en onder andere oock boter vercoopster is geweest en dat nu met Gerbert Willemsz continueert enz
-
ORA-184-3176; 24-10-1711: Vermits Cornelis Willemsz Evertsz is comen te overlijden die nevens Pieter Gerritsz Snijder vooght was over het nagelaten kint van Jacob Gerritsz Snijder verweckt bij Maghteltje Hendricks, soo wert gestelt Jan Jansz
Jonge,
tr. (1) op 14-11-1688 te Huijsen
met Lambertje Lamberts , dr. van Lambert Elbertsz Deult en Gijsje Gerrits ,
geb. in 1640,
Gereformeerde Gemeente,
ovl. op 19-02-1692 te Huijsen; DTB-18-Lidmaten-1691,
, -
Huizen-DB-5A-Lidmatenregister; 01-07-1675: op belijdenis aangenomen: Lambertje Lambertsz ; huijsvr. van Jacob Cornelissen Kilewich
-
3712A7; 28-10-1688: Huw.v.w.; Heeft winkel
-
ONA-3713A011; 21-05-1691: Testament Jacob Gerritsz en Lambertje Lambertsz echteluijden wonende tot huijsen, tevens gedeeltelijke herziening van huwelijkse voorwaarden; veel geld.(f 1600) en land; komenijs Winckel met toebehoren
Lambertien Lamberts benoemt tot haar erfgenamen haar 2 zonen Killewigh Jacobsz en Lambert Jacobsz ofte derselver descendenten; getuigen Wijchgert Jacobsz en Claes Jacobsz Jonger,
tr. (2) op 24-04-1695 te Huijsen.
- Moeder:
Machteltien Hendricks , dr. van Hendrick ,
geb. te 's Graveland, wonende tot Huijsen,
Gereformeerde Gemeente,
Belijdenis 26-06-1701; Jacob Gerritsz MENNIST,
ovl. op 18-03-1724 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 24-03-1724 te Huijsen; DTB-12-Begraven-Impost: f 6,-,
, -
ONA-3715A041; 11-11-1695: Testament Maghteltien Hendricks huijsvrouw Jacob Gerritsz woonende binnen huijsen; aan Cornelis Hendricksz en Aaltien Hendricks broeder en zuster van haar testatrice al haar lijfsgoederen; speciaal gevraagde getuigen
Adriaan Sijbrantsz Man en Gerrit Lamb. Pater
-
ORA-184-3176; 25-05-1703: Akte van bewijs. Maghteltje Hendricks weduwe van wijlen Jacob Gerritsz Snijder ter eenre & Adriaen de Man, Pieter Gerritsz (Snijder) en Cornelis Willemsz (Evertsz) als voogden over het nagelaten kind genaamt Gerrit
Jacobs ter andere sijde; zijn overeengekomen: f 2.000 en diverse stukken land
-
ORA-184-3184A094; 07-05-1706: Schepenen versoght bij Bruijn de Jongh cum focus Impostmr van de boter over Naerden en Goijlandt van de lopende termijn, verclaren wel te kennen Maghtelt Hendricks eertijds weduwe van Jacob Gerritsz Snijder en
alsnu huijsvrouw van Gerbert Willemsz, en datte selve Maghtelt Hendricks ten tijde van haer voorsz eerste huwelijck winckel neringe heeft gedaen, en onder andere oock boter vercoopster is geweest en dat nu met Gerbert Willemsz continueert enz
-
ONA-3722A020; 23-07-1708: Testament Maghteltje Hendrickzs huijsvrouw van Gerbert Willemsz wonende tot Huijsen. Tot haar enige en universele erfgenamen benoemt zij haar twee kinderen, n.l. Gerrit Jacobsz en Nelletie Gerberts . Tot voogden over
haar minderjarige kinderen benoemt zij haar man Gerbert Willemsz en Gerbert Cornelisz Rebel. In presente van Fijtus Elbertsz Smit en Willem Jansz Ramacker
-
ORA184-3176; 24-10-1711: Vermits Cornelis Willemsz Evertsz is comen te overlijden die nevens Pieter Gerritsz Snijder vooght was over het nagelaten kint van Jacob Gerritsz Snijder verweckt bij Maghteltje Hendricks, soo wert gestelt Jan Jansz
Jonge
- Tot vooghden over het nagelaten weeskint van Gerbert Willems Evertsz verweckt bij Maghteltje Hendricks werden gestelt Claes Willemsz Boer en Claes Lucasz Swart
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-090; 11-03-1714: op den 11 maart 1714 doen sterft van magteltje Hendrickx weduw van gerbert Willemsz een koe, en staat mede daar
bij te noteren, dat sij oock mede hare koijen wel een weeck twee a drie # te voeren, seer veel swaar vaal root gebroeijt Hoij te Eeten hadde gegeven, en oock haar stal uijtgemest hadde
-
ORA-184-3216A022; 24-05-1714: Acte van bewijs. Maghteltje Hendricks laest weduwe van Gerbert Willemsz bewijst t.b.v. van hun kind genaemd Nelletje Gerberts, i.v.m. de wens van 1e comparant van een nieuw huwelijk, komt overeen met de voogden
Claes Willemsz Boer en Claes Lucasz Swart:
- Eerstelijk dat haer voorn. kind Nelletje Gerberts door 't afsterven van haer grootvader Willem Evertsz: veel land en f 1.461; nog eens veel land en f 3.258 en opvoeding. En aen haer voorsoon Gerrit Jacobsz bij sijn huwelijk enz.
-
ORA-184-3216A018; 25-05-1714: Huwelijckscontract tusschen Gerrit Swanincksz Vos jongeman toecomende bruijdegom ter eenre ende Maghteltje Hendricks lest weduwe van Gerbert Willems toecomende bruijd ter eenre. Bruijdegom brengt in: de klederijen
't sijnen lijve behorende. De bruijd brengt in: vele stukken land, 1 huijs en erve door de bruijd bewoont; nogh 1 huis gekomen van Jan Klink. Item een / huijs gekomen van Gerritje Jacobs, en nogh f 5.600
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 18-03-1724: Magteltje Hendriks
-
Huizen-DTB-12-Impost op Begraven; 24-03-1724: Magteltje Hendriks betaalt voor 't Lijk: f 6,-
-
ORA-184-3217A020; 07-04-1724: Gerrit (Swaningh) Vos weduwenaar van wijlen Maghteltje Hendriks, wonende alhier, te kennen gevende dat hij gedurende zijn huwelijk heeft genegotieert in kaars garen en kattoen garen, seijlrollen als andersints met
diverse personen soo binnen de Stad Amsterdam als andere plaatsen, verklaarde dat alle nog te innen penningen uijt voorn negotie geheel competeren aan Gerrit Jacobsz Snijder mitsgaders Claas Willemsz Boer en Claas de Swart beijde voogden over
Nelletje Gerberts, welke Nelletje Gerberts en de voorn: Gerrit Jacobsz Snijder, dogter en soon en universele erfgenamen sijnde van wijlen Magteltje Hendriks,
tr. (2) op 10-06-1703 te Huijsen; Impost 2x f 6,- = f 12,-
met Gerbert Willemsz , zn. van Willem Evertsz en Neeltien ( Nelletje) Gerberts ,
geb. in 1670 te Huijsen,
ovl. op 19-03-1709 te Huijsen,
begr. op 19-03-1709 te Huijsen; Impost f 6,-,
, -
GERREBERT / GERBERT WILLEMSZ
Huizen Koptienden (1709-62 1724-37):
1709-62: v. Gerrit Jansz Pietersz de Oude 1 Spt 5 cop
- v. Willem Evertsz 12 Spt 5 cop
- Situatie: 14 Spt 2 cop
1710-41: v. Jacob Gerritsz Snijder 4 Spt 6 cop 7/8
- Situatie: 19 Spt 7/8
1711-41: v. Lambert Willemsz Joncker 2 cop
- v. Willem Evertsz 2 cop 1/2
- Situatie: 19 Spt 5 cop 3/8
1712-41: Er staat: 19 Spt 3 cop 1/2
1714-41: op Gerrit Jacobsz Snijder 2 Spt 3 cop
- Situatie: 17 Spt 1/2
1716-24: op Lambert Keelwigh Schout 3 cop
t/m 1717-37: Situatie: 16 Spt 5 cop 1/2
1718-37: ER STAAT: 17 Spt 1/2
1719-37: v. Lubbert Jacobsz 4 cop 3/4
- Situatie: 17 Spt 5 cop 1/4
1722-37: op dHr. Jacobus van Hoorn 1 Spt 2 cop
- Situatie: 16 Spt 3 cop 1/4
1723-37: uit boedel Lambert Killewigh 4 cop
- Situatie: 16 Spt 7 cop 1/4
- OP Isaak Willemsz Spilt EN 4 cop 1/2
- Jacob Snijder in COMPAGNIE
- Situatie: 16 Spt 2 cop 3/4
1724-37: op Peter Willemsz Voorthuijsen 12 Spt 2 cop 3/4
- op Gerrit Jacobsz Snijder 4 Spt
-
ORA-184-3184A094; 07-05-1706: Schepenen versoght bij Bruijn de Jongh cum focus Impostmr van de boter over Naerden en Goijlandt van de lopende termijn, verclaren wel te kennen Maghtelt Hendricks eertijds weduwe van Jacob Gerritsz Snijder en
alsnu huijsvrouw van Gerbert Willemsz, en datte selve Maghtelt Hendricks ten tijde van haer voorsz eerste huwelijck winckel neringe heeft gedaen, en onder andere oock boter vercoopster is geweest en dat nu met Gerbert Willemsz continueert enz
-
Huizen-DTB-Lidmaten-1708; 't Huijser Ent; Machteltien Hendricks de Wed. van Gerbert Willemsen Klasser
-
ONA-3722A020; 23-07-1708: Testament Maghteltje Hendrickzs huijsvrouw van Gerbert Willemsz wonende tot Huijsen. Tot haar enige en universele erfgenamen benoemt zij haar twee kinderen, n.l. Gerrit Jacobsz en Nelletie Gerberts . Tot voogden over
haar minderjarige kinderen benoemt zij haar man Gerbert Willemsz en Gerbert Cornelisz Rebel. In presente van Fijtus Elbertsz Smit en Willem Jansz Ramacker
-
Huizen-DTB-12-Impost op Begraven; 19-03-1709, van Gerbert Willemsz: f 6,-
-
ORA184-3176; 24-10-1711: Vermits Cornelis Willemsz Evertsz is comen te overlijden die nevens Pieter Gerritsz Snijder vooght was over het nagelaten kint van Jacob Gerritsz Snijder verweckt bij Maghteltje Hendricks, soo wert gestelt Jan Jansz
Jonge
- Tot vooghden over het nagelaten weeskint van Gerbert Willems Evertsz verweckt bij Maghteltje Hendricks werden gestelt Claes Willemsz Boer en Claes Lucasz Swart
-
ONA-3726A074; 06-11-1711: Inventaris van de goederen alsmede acte tot scheiding van de selve goederen van de op 19-03-1711 overleden Willem Evertsz binnen den Dorpe Huijsen ten behoeve van:
- zijn dogter Mattje Willems wed van Rijk Jansz Perk,
- Nelletje Gerberts geprocreert door zijn soon wijlen Gerbert Willemsz bij wed. Magteltje Hendrix,
- Evert Cornelissen en Gerbert Cornelissen geprocreert door zijn soon wijlen Cornelis Willemsz bij wed. Grietje Gerberts, sijne Erfgenamen, opgesteld door mij Notaris ten verzoeke van enz.
Inventaris: Maatlanden en obligaties en gereet gelt in totaal ca. f 11.000. Gevolgd door verdeling en loting
-
Kroniek L.R. Lustigh-176-1527-Folio-090; 11-03-1714: op den 11 maart 1714 doen sterft van magteltje Hendrickx weduw van gerbert Willemsz een koe, en staat mede daar
bij te noteren, dat sij oock mede hare koijen wel een weeck twee a drie # te voeren, seer veel swaar vaal root gebroeijt Hoij te Eeten hadde gegeven, en oock haar stal uijtgemest hadde
-
ORA-184-3216A022; 24-05-1714: Acte van bewijs. Maghteltje Hendricks laest weduwe van Gerbert Willemsz bewijst t.b.v. van hun kind genaemd Nelletje Gerberts, i.v.m. de wens van 1e comparant van een nieuw huwelijk, komt overeen met de voogden
Claes Willemsz Boer en Claes Lucasz Swart:
- Eerstelijk dat haer voorn. kind Nelletje Gerberts door 't afsterven van haer grootvader Willem Evertsz: veel land en f 1.461; nog eens veel land en f 3.258 en opvoeding. En aen haer voorsoon Gerrit Jacobsz bij sijn huwelijk enz.
-
ORA-184-3216A018; 25-05-1714: Huwelijckscontract tusschen Gerrit Swanincksz Vos jongeman toecomende bruijdegom ter eenre ende Maghteltje Hendricks lest weduwe van Gerbert Willems toecomende bruijd ter eenre. Bruijdegom brengt in: de klederijen
't sijnen lijve behorende. De bruijd brengt in: vele stukken land, 1 huijs en erve door de bruijd bewoont; nogh 1 huis gekomen van Jan Klink. Item een / huijs gekomen van Gerritje Jacobs, en nogh f 5.600,
tr. (3) op 27-05-1714 te Huijsen; Impost: f 12,-
met Gerrit Swaningh Vos, zn. van Swaninck ( Swaningh) Willemsz Vos en Ebbetje Tijmens ,
Gereformeerde Gemeente,
ovl. op 04-12-1737 te Huijsen; DTB-20,
begr. op 11-12-1737 te Huijsen; Impost: f 3,-,
, -
GERRID SWANEN VOS / VOSCH
Huizen Koptienden (1732-24 1737-24):
1732-24: v. weeskinders v. Bijtje Ebben 3 kop
1737-24: op Isaak Willemsz Spilt 1 kop 7/8
- op Jacob Aartsz Vos 1 kop 1/8
-
ONA-3715A003; 20-01-1695: Testament van Jannetje Tijmens en Tijmentje Tijmens bejaarde dogters woonende binnen Huijsen; aan hun beider susteren; Gerrit Swanincksz Vos haer beider neve en zoon van haer suster Ebbetien Tijmis; getuigen Rut
Gerritsz Smit en Gerrit Pietersz
-
ORA-184-3176; 13-07-1708: Tot voogden over 't kint van Tijmen Swaninghen werden gestelt Gerrit Swaninghen en Hendrick Jansz Timmer
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 28-12-1709: tot Ledematen aangenomen: Gerrit Swaningh Vos
-
ORA-184-3216A018; 25-05-1714: Huwelijckscontract tusschen Gerrit Swanincksz Vos jongeman toecomende bruijdegom ter eenre ende Maghteltje Hendricks lest weduwe van Gerbert Willems toecomende bruijd ter eenre. Bruijdegom brengt in: de klederijen
't sijnen lijve behorende. De bruijd brengt in: vele stukken land, 1 huijs en erve door de bruijd bewoont; nogh 1 huis gekomen van Jan Klink. Item een / huijs gekomen van Gerritje Jacobs, en nogh f 5.600
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 27-05-1714: Gerrit Swaningen Vos j.m. met Magteltje Hendriksz (Weduwe) van Gerbert Willemsz, van Huijsen
-
Huizen-DTB-1-Impost op Trouwen; 27-05-1714: Gerrit Swanicken en Maghteltje Hednricks: f 12,-
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 18-03-1724: Magteltje Hendriks
-
Huizen-DTB-12-Impost op Begraven; 24-03-1724: Magteltje Hendriks betaalt voor 't Lijk: f 6,-
-
ORA-184-3217A020; 07-04-1724: Gerrit (Swaningh) Vos weduwenaar van wijlen Maghteltje Hendriks, wonende alhier, te kennen gevende dat hij gedurende zijn huwelijk heeft genegotieert in kaars garen en kattoen garen, seijlrollen als andersints met
diverse personen soo binnen de Stad Amsterdam als andere plaatsen, verklaarde dat alle nog te innen penningen uijt voorn negotie geheel competeren aan Gerrit Jacobsz Snijder mitsgaders Claas Willemsz Boer en Claas de Swart beijde voogden over
Nelletje Gerberts, welke Nelletje Gerberts en de voorn: Gerrit Jacobsz Snijder, dogter en soon en universele erfgenamen sijnde van wijlen Magteltje Hendriks
-
ORA-184-3177; 14-07-1724: Tot voogden over de kinderen van Aaltje Lambertsz geprocre-eert bij Jan Claasz Post, werden gestelt Gerrit Vos en Claas Koij
-
ONA-3731A078; 05-12-1730: Testament Gerrit Swaneke Vos wonende tot Huijsen. Legateert 2 stukjes land aan Gijsbert Jacobsz Glijn. Institueert als enige erfgenaam zijn broeders soon Swaning Tijmensz
-
Laren-Trouwen-GG; 22-11-1733 te LAREN getrput Gerrit Vos weduwenaar van Magtelt Hendrikz & Jannetje Wouters weduwe van Teuwis Franze
-
Huizen-DTB-13-Impost op Trouwen; 02-11-1733: Gerrit Vos met Jannetje Wouters; Pro Deo
-
Blaricum-DTB-Impost op Trouwen; 06-11-1733: Gerrit Vos van Huijsen met Jannetje Wouters: Pro Deo
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 22-11-1733: Gerrit Swaning Vos (Wedr) van Magteltje Hendrix van Huijsen met Jannetje Wouters (Wed.) an Teuwes Franszen, van Blaricum; getrouwt te Laren
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 27-01-1734: ingekomen met attestatie van Blaricum: Jannetje Wouters (huijsvr. van Gerrit Swaning Vos; ingeleverd den 22 April 1734
-
Huizen-DTB-20-Begraven; 04-12-1737: Gerrit Swaninge Vos
-
Huizen-DTB-13-Impost op Begraven; 11-12-1737: Gerrit Swaning Vos: f 3,-.
tr. (1) op 06-05-1714 te Huijsen; Impost f 12,-
met
Jannetien Jans Jonge alias Koets, dr. van Jan Jansz Jonge alias Koetsier en Gerritje Cornelis ,
geb. op 01-02-1693 te Huijsen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 01-02-1693 te Huijsen,
ovl. op 16-11-1746 te Huijsen,
begr. op 16-11-1746 te Huijsen; Impost f 30,-,
, -
ORA-184-3216A017;04-05-1714: Huw.v.w.
-
Huizen-DTB-1A-Dopen;
-- 10-10-1715: Gerritje, Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
--16-10-1718: Jacob; Vader: Gerrit Jacobsz, Moeder: Jannetje Koetsier
-
ONA-3731A095; 21-09-1731: Testament moeder
-
ONA-1843218A091; 23-06-1733
-
SAGV155.2-ORA-3240-blz. 370; 09-07-1736: Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje
Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710
-
SAGV155.2-ORA-3241-blz. 80; 23-12-1743: Gerrit Jacobsz Snijder woonagtig tot Huijzen als erfgenaam uijt hoofde van zijn huijsvrouw Jannetje Jans, van zijn schoonmoeder wijlen Gerritje Cornelis in leven weduwe Jan Jansz de Jonge eijsser CONTRA
Pieter Cornelisz Soon gedaagde; betreft betaling van f 1.000,-.
Uit dit huwelijk:
| naam | geb. | plaats | ovl. | plaats | oud | relatie | kinderen |
1 | kind | | | †1719 | Huijsen | | 0 | 0 |
2 | kind | | | †1721 | Huijsen; Impost f 3,- | | 0 | 0 |
3 | Gerritje | *1715 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
4 | Magteltje | *1717 | Huijsen | | | | 1 | 0 |
5 | Jacob | *1718 | Huijsen | | | | 0 | 0 |
tr. (2) op 03-09-1749 te Amsterdam; Impost Bruijdegom f 30,-; op betoog va
met
Trijntje Havik ( Herik) van,
geb. te Amsterdam,
relatie (1)
met Barent Benthem,
ovl. te <= 1749
>